Fonds on Tour, Derde Rondetafelgesprek 'Tijd en Geld', 4 Februari 2015
Bij het derde rondetafelgesprek bespreken we het thema ‘Tijd en Geld: Continue flexibiliteit en flexibele continuïteit'. Onze partner bij het inhoudelijk opzetten van dit rondetafelgesprek is dit keer Donica Buisman van State of Flux. In dit gesprek stellen we de vraag: is wendbaar het nieuwe duurzaam? En wat doet dat met organisaties en geld, maar ook met de inhoud en artistieke ontwikkeling? Voor dit rondetafelgesprek zijn ook twee wildcards beschikbaar; meld je nu aan om mee te loten door te mailen naar: communicatie@fondspodiumkunsten.nl. Hieronder vind je de agendapunten die we die middag bespreken.
Agenda ‘Tijd en Geld’
1) Inhoudelijke verbreding of vervlakking?
Blijft het een klein deel van het podiumkunsten landschap, of moet het de komende jaren een prominentere plek krijgen: tijdelijke, sneller gemaakte, pop-up initiatieven. We leven in een maatschappij waarin de omloopsnelheid van informatie, diensten, cultuur en producten steeds meer toeneemt. We consumeren en beleven op alle tijden van de dag, op elke plek van de wereld en met wie we dat willen. In de podiumkunsten zien we steeds meer makers, programmeurs en instellingen die korter en sneller willen spelen, programmeren, maken en samenwerken. In toenemende mate gaan ook gevestigde instellingen zich meer verhouden tot de actualiteit en omgeving, en zetten sneller initiatieven op met (soms onconventionele) partners. Het groeiende succes van festivals, pop-up’s en incidentele samenwerkingen doet vermoeden dat de laagdrempelige, eigentijdse aanpak breder publiek trekt dan alleen podiumkunst liefhebbers. Dit kan als positieve ontwikkeling worden gezien. Maar critici zeggen dat veel van deze tijdelijke initiatieven wellicht wel voor verbreding van publiek en bereik zorgt, maar dat de kwaliteit en artistiek inhoudelijke impact toch vaak oppervlakkig is. ‘Het leidt tot vluchtigheid bij het kijken en tot vrijblijvendheid bij het publiek’, volgens Melle Daamen. Hij pleit voor langer spelen, op minder plekken, en investering voor lange termijn ontwikkeling op inhoudelijk en organisatorisch gebied.
-
Zorgen tijdelijke, pop-up initiatieven en grotere hoeveelheden snel gemaakte producties voor een verbreding van het publiek en nieuwe artistieke inzichten, of juist vervlakking en vrijblijvendheid?
-
Is het eind van het grote, vaste gezelschap nabij, of is de toekomst juist aan grotere, financieel sterkere organisaties?
- Welkeconsequentiesheefteenartistiekebehoeftevooractueelensnelvoordemanierwaarop de podiumkunsten zich verhouden tot hun omgeving, samenwerken, en hun organisatie inrichten?
2) Financieringsvormen
Volgens Donica Buisman van State of Flux is de combinatie van het werken en het financieren op zowel korte als lange termijn onontkoombaar. De strategie om voor al je activiteit één en dezelfde soort financiering te krijgen, werkt niet langer. In veel gevallen is een pop-up initiatief ook niet het einddoel, maar een verkenning van mogelijkheden met andere partners of sectoren. Daaronder ligt de vraag: hoe verhoud ik mij als kunstenaar of instelling tot mijn directe omgeving? Choreografe Nanine Linning werkt al enige jaren op verschillende manieren met uiteenlopende partners om haar langlopende projecten te financieren. Onlangs vertelde zij in het Financieel Dagblad dat ze graag producties maakt die langer dan 15 voorstellingen mee kunnen, en die ze het liefst 3 tot 5 jaar op haar repertoire houdt. In die lange periode heeft ze de tijd om incidentele financiering te regelen voor de projecten die aan de voorstellingen verbonden zijn. Werken met partners als Mercedes Benz, TedX en Bijenkorf zijn voor haar geen “schnabbels”, maar intrinsiek verbonden aan haar kunstenaarschap. “Ik werd hierdoor mijn eigen mecenas, flexibeler, en kan me beter verplaatsen in het beoogde publiek.”
-
Wat betekent het voor de financiering van podiumkunstorganisaties dat ‘snel’ en ‘langzaam’ (werken) meer door elkaar gaan lopen? Welke financiering past waarbij?
-
Doet financiering door commerciële of maatschappelijke partners af aan de inhoudelijke kwaliteit?
-
En wat betekent de gelijktijdige roep om versnelling en vertraging voor de subsidiëring van de podiumkunsten? Is er een andere balans tussen structurele en projectmatige financiering nodig, of tussen nieuw en gevestigd? Of zijn er andere subsidievormen nodig?