Fonds on Tour, Vierde Rondetafelgesprek 'Goed, Beter, Best', 5 Maart 2015

Bij het vierde rondetafelgesprek bespreken we het thema ‘Goed, Beter, Best: Kwaliteit van hier en nu'. Onze partner bij het inhoudelijk opzetten van dit rondetafelgesprek is dit keer de NAPK. In dit gesprek stellen we de vraag: hoe zijn onze kwaliteitsopvattingen veranderd en wat betekent dit voor verschillende soorten publiek, makers en instellingen? Voor dit rondetafelgesprek zijn ook twee wildcards beschikbaar; meld je nu aan om mee te loten door te mailen naar: communicatie@fondspodiumkunsten.nlHier onder staan de agendapunten die op die middag aan bod komen. 

 

1. Balans? Verschillende culturen, gelijke kwaliteitsopvattingen

Culturele instellingen die aan de toekomst denken, denken aan nieuw en ander publiek. Er zijn generaties en groepen publiek die weinig hebben met opera of symfonische muziek en op een hele andere manier kijken naar en gebruik maken van kunst. Een steeds grotere groep jongeren is van huis uit helemaal niet opgegroeid met alleen de westerse canon. De culturele referentiekaders die het jonge diverse publiek, maar ook een deel van het bestaande publiek, met elkaar deelt liggen bovendien niet meer voornamelijk bij Bach of Shakespeare, maar bij film, vormgeving, e-cultuur en popmuziek. Die verandering van kunstopvatting geldt niet uitsluitend voor het publiek maar ook voor een nieuwe generatie makers. Ondanks de verschuivende referentiekaders is er ook nog steeds interesse en publiek voor de traditioneel westerse canon, die ondanks het snel veranderende, globaliserende karakter van onze samenleving ook een belangrijke rol speelt in de cultuur in het algemeen en de podiumkunsten in het bijzonder. Is met een zo uiteenlopende artistieke realiteit nog helder wat kwaliteit en excellentie betekenen? 

  • Wat betekent een verschuiving van referentiekaders voor begrippen als vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht? Zijn die nog relevant als makers en publiek met andersoortig gedachtegoed hele andere kwaliteiten waarderen dan de traditionele bezoeker? 
  • Zijn begrippen als kwaliteit en excellentie voor de westerse canon toekomstbestendig, “af”, en misschien zelfs statisch geworden? Of vragen ze ook daar een nieuwe invulling?

2. Maatschappelijke impact & interactiviteit

Steeds meer podiumkunstenaars zijn op zoek naar manieren om de impact van hun werk te vergroten en daarmee het draagvlak. Door op locatie te spelen, door hun werk te koppelen aan lokale omstandigheden, door toeschouwers en amateurs te betrekken bij de voorstelling. Steeds meer kunstenaars vatten hun werk niet meer op als het maken van een product, maar als een proces waarbij de wereld om hen heen nadrukkelijk betrokken wordt. En interactiviteit gaat steeds vaker ook over digitale interactiviteit. Bij beide vormen van interactiviteit is het publiek deels verantwoordelijk voor de voorstelling, en is het ook deels verantwoordelijk voor de kwaliteit ervan. Tot nu toe zijn we gewend dat podia, producenten en subsidiënten tellen hoeveel mensen een kaartje kopen en dat de artistieke kwaliteit van een productie of een instelling door ‘kenners’ wordt beoordeeld. Maar uiteindelijk gaat kunst over meer dan alleen hoeveel bezoekers een kwalitatief hoogstaande voorstelling bezoeken. Onuitgesproken onder de huidige systematiek ligt het verlangen dat die kunst ook wat met toeschouwers doet. Dat die, kortom, impact heeft op de toeschouwer en daarmee op de samenleving als geheel. Ondertussen ontstaat die impact van kunst juist ook omdát ze zo ongrijpbaar en hyperindividueel is. 

  • Als expliciet een maatschappelijk impact wordt beoogd met voorstellingen of concerten, hoe zou die ambitie dan moeten worden beoordeeld? En zou dat consquenties hebben voor de huidige criteria die het Fonds Podiumkunsten hanteert? 
  • Als het (interactieve) proces net zo belangrijk is voor impact op publiek en samenleving als de voorstelling zelf, en het publiek medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de voorstelling, in hoeverre moet en kan de kwaliteit van het proces dan mee worden beoordeeld? Hoe kan je interactiviteit (analoog of digitaal) op  waarde schatten?