Andante of presto?
In zijn beleidsplan 2013-2016 stelt het Fonds Podiumkunsten dat prioriteit zal worden gegeven aan de producties en presentaties van het ‘midden- en kleinbedrijf’ van de podiumkunsten, om de voor Nederland zo kenmerkende pluriformiteit zo goed mogelijk te waarborgen en om voldoende ruimte te bieden aan innovatie en jongere generatie makers. Dat beleidsplan heeft in mijn ogen nog steeds de toepasselijke titel ‘Naar een nieuw evenwicht’. Maar een van de prangende vragen die opdoemt is in welk tempo we naar dat nieuwe evenwicht heen bewegen.
Een antwoord is niet heel eenvoudig te geven, maar wel zeker is dat het komende Fonds on Tour rondetafelgesprek belangrijk is in dat kader. Vooral belangrijk omdat het ons meer inzicht kan geven in type en omvang van innovatieve projecten dat zich aan de poorten van publiek, festivals, podia en financiers meldt.
Het is niet voor niets dat ik over ‘financiers’ spreek en dat niet beperk tot louter de subsidieverstrekkende overheid. Want uit de hoek waar momenteel interessante innovatieve projecten van de grond komen, zien we niet eens zo gek veel nieuwe aanvragers opduiken. Die initiatiefnemers geven regelmatig aan dat ze ook helemaal niet direct iets te maken willen hebben met subsidies. “Dat is positief”, hoor ik sommigen denken. En dat is het ook, als we ons dan tenminste de moeite getroosten om iets verder te kijken dan onze neus lang is.
Een zeer positieve kant van de meeste van deze initiatieven is natuurlijk dat financiering wordt gezocht die aansluit bij de aard van het project. En dat daarmee het draagvlak voor het project direct en indirect wordt versterkt. Ze weten meestal ook feilloos waar hun publiek zit en al gaat dat niet altijd over grote aantallen, ze weten het publiek vaak ook goed aan zich te binden. Flexibele projecten met een flexibele financiering.
Waarom zouden we dan toch verder moeten kijken? Als zich in deze hoek de ‘toekomst van de podiumkunsten’ bevindt, dan is het van groot belang dat gekeken wordt wat ervoor nodig is om dergelijke initiatieven te laten doorgroeien. En met doorgroeien bedoel ik dan in de eerste plaats dat we goed kijken welke omstandigheden ervoor kunnen zorgen dat het effect dat ze hebben op zowel publiek als de podiumkunstensector kan ‘doordringen’. Daar is vaak geduld en tijd, en meestal toch ook geld voor nodig. Want deze vaak idealistische initiatieven drijven doorgaans op het doorzettingsvermogen en de wilskracht van een heel klein groepje. Om hun effect niet verloren te laten gaan zijn zij én wij gebaat bij een wat langere adem.
En natuurlijk moeten wij ervoor waken dat ze daarbij hun ‘nieuwe manier van werken’ fier overeind kunnen houden. Dat vraagt wellicht om andere vormen van ondersteuning dan het Fonds tot nu toe kent. Want de bestaande regelingen dwingen hen waarschijnlijk teveel in een keurslijf en daarnaast moeten we hun uitgangspunt van een ‘bredere financieringsmix’ volgens mij koesteren. Dat experiment gaan we met liefde aan.
En wat heeft dit alles dan te maken met het tempo waarin we naar een nieuw evenwicht bewegen? Veel, want net zoals bij de andere veranderingen die tijdens de Fonds on Tour gesprekken of bijvoorbeeld bij het nadenken over extra mogelijkheden voor nieuwe makers aan de orde komen, is het vinden van de juiste verhoudingen een van onze grootste uitdagingen. Iets dat zorgvuldig en zeker niet alleen ‘op het gevoel’ kan gebeuren.
Henriëtte Post - directeur Fonds Podiumkunsten