Kunst & Kitsch
Dit voorlopig laatste ronde tafelgesprek heeft als onderwerp ‘kwaliteit van hier & nu’. Een onderwerp waar je dagen over door kunt praten, dat tot babylonische spraakverwarring kan leiden, en waar de gemoederen heel snel enorm verhit door raken. Zeker als het impliciet ook over de subsidie- vraag gaat. We bemoeien ons nu nog niet direct met de discussie, maar de ronde tafel staat niet voor niets bij het Fonds.
Artistieke kwaliteit weegt zwaar bij het beoordelen van subsidieaanvragen. De mensen die een voorstelling of concert maken, moeten hun vak goed verstaan. En er moet goed zijn nagedacht over de manier waarop ‘de boodschap’ op een voor publiek aansprekende manier over het voetlicht wordt gebracht. Daarnaast is er in onze ogen pas sprake van artistieke kwaliteit als een voorstelling of concert ook een zekere mate van ‘eigenheid’ kan worden toegedicht. Dat gaat dan bijvoorbeeld over een heel eigen kijk op de interpretatie van repertoire, of het maken van nieuw werk.
Sterker nog, en ook om de boel dan maar direct een beetje op scherp te zetten, die ‘eigenheid’ is doorslaggevend. De Matthäus Passion is in Nederland waanzinnig populair. Toch krijgen maar een of twee gezelschappen hiervoor subsidie. Dat ensemble doet voortdurend aan wetenschappelijk bronnenonderzoek om erachter te komen welke interpretatie nu echt bedoeld was door Bach. Heel kort door de bocht bouwen de meeste anderen die zich aan de Matthäus wagen vooral voort op een traditie. En dat doen ze meestal ook nog eens erg goed. Maar die ‘eigenheid’ van dat ene ensemble vinden wij, en met ons heel veel anderen, erg de moeite waard. Daarom kennen we subsidie toe, om de daarmee samenhangende grotere, ook financiële, risico’s te verkleinen.
Toch voelt iedereen op z’n klompen aan dat ‘m hier de schoen ook een beetje wringt. Want leidt te veel ‘eigenheid’ misschien tot vervreemding? Tijdens de vele debatten afgelopen jaar ging het hier eigenlijk ook over. De terminologie was een iets andere, autonome kunst werd daar tegenover instrumentele kunst geplaatst. Of met andere woorden, bepaalt de kunstenaar welke kunst hij of zij maakt of zien we de kunst (en dus de kunstenaar) als een middel om andere doelen te bereiken. Op die discussie zal ik hier niet echt ingaan, maar dát die discussie gevoerd wordt, maakt volgens mij wel enigszins inzichtelijk dat ook over een begrip als ‘eigenheid’ het laatste woord nog niet gezegd is.
Op mijn nachtkastje ligt ter voorbereiding van dit ronde tafelgesprek een stapeltje boeken; in ieder geval herlees ik De Barbaren van Alessandro Baricco en nieuw te glimmen ligt er De esthetische revolutie van Arnold Heumakers.